maandag 20 januari 2014

WANDELEN OP DE BERGERHOF (HEEMKUNDE RENKUM 1999)




Bergerhof of Mussenberg


door: C Burgsteyn

 Dit artikel is gepubliceerd in: 


In het gemeentearchief in Oosterbeek wordt een oude kaart bewaard uit 1712 met het volgende opschrift: De Caerte der Buerschap Harte, alsmede een gedeelte van Renkom[1]
Hierbij moet U dan niet direct denken aan het Harten, zoals de oude Renkumers dat gekend hebben, deze Buerschap zoals het zo mooi op de kaart staat, werd in die dagen veel ruimer gezien. In de achttiende eeuw werd bedoeld het gehele beekdal, vanaf Grunsfoort tot boven aan de Kwadenoord, ja zelfs nog een stukje richting 'De Ginkel', (dus over de huidige spoorlijn heen). Uit dat achttiende eeuwse 'Harten' van toen wil ik voor dit artikel een klein stukje pakken, en wel de 'Bergerhoff. Het staat er op die oude kaart zo mooi aangegeven. Het hele gebied dat ik U wil beschrijven had toen de naam: 'De Leyenberg van Gijsben Gerritse'. En dan vinden we hier al direct de naam 'De Keyenberg' in terug. Want eenmaal een naam verkeerd geschreven, veelal bleef hij dan ook zo. Deze Gijsbert Gerritse zal daar toen hebben geboerd.
En het was niet zo'n klein gebied. Integendeel, hij zal er zijn handen aan vol hebben gehad. Op onze kaart komen maar liefst 13 percelen voor, die elk met naam worden genoemd.
We lezen: Het grote stuck - Het vorste stuck - Den Hanck - Toubackstuck - Bergerhoff- Den Hoff bij het huys - De Elsweide (venige grond) - De Reyen Els - Heidewegen en Onland – De Bergenacker.
Zo een hele rij namen, waarbij we bij enkelen toch wel wat bekends terugvinden. Ook lezen we van een 'huys met hoff'. En daarmede zijn we bij onze 'Bergerhoff' aangekomen.

Veel is hier uit het verleden niet over bekend. Uit een oud stuk van 1791, kunnen we lezen dat de bebouwing de Bergerhoff wordt verkocht aan Cornelis Munter uit Wageningen. De bebouwing bestond toen uit 'Huys, twee bergen (hooibergen) en koffen weiland, grenzende aan de
Cortenberg' en 'Grunsfoort'. Tevens lezen we dat de Bergenacker is verkocht aan een zekere Jan Boekelman.
Hieruit blijkt dus wel, dat het gehele gebied zo tegen het jaar 1800 uit elkaar aan het vallen is. Maar de naam Bergerhof is tot op heden blijven bestaan. Het moet daar op die hoge rand van het dorp Renkum wel mooi wonen geweest zijn. Maar of de bewoners uit die dagen daar ook al oog voor hadden, blijft voor mij de vraag. De bouwing 'Bergerhoff' was dus daar, waar eens een rijtje arbeiderswoningen stond, die vele ouderen onder u zich wel zullen herinneren. Wes Beekhuizen schrijft in zijn boek 'Groen was mijn dorp', dat op deze z.g. 'Mussenberg' een soort kazerne stond, die later werd vervangen door een tiental woninkjes, veilig weggestopt achter een rij lindebomen. Van deze z.g. woonkazerne is mij niets bekend; mocht U hierover iets nader weten, dan verneem ik dit graag van U.
Volgens een oude akte verkoopt in 1875 een zekere Marten Pannekoek, landeigenaar te Wageningen, aan Elizabeth Meulenkamp, dienstbode aldaar een gebouw met 10 woningen, put en tuin gelegen op de Bergerhof te Renkum. Het geheel voor een bedrag van f 1500,- Een jaar later verkoopt deze dienstbode haar nieuwe bezit voor f 2000,- aan Johannes Hulshuizen bakker te Renkum. Vijfhonderd gulden winst in één jaar, moet in die dagen geen slechte handel geweest zijn. Bij deze verkoop wordt weer gesproken over één gebouw met tien woningen.
Op de hiernaast afgebeelde kaart van Renkum (uit ca. 1925) wordt het buurschap Harten aangegeven. Het laaggelegen gebied aan de noordwestrand van Renkum met de bebouwing rond de Hartensche weg.
De Bergerhof is thans de naam van de wijk tussen de Europalaan, Beukenlaan en Willibrordweg. Dit hooggelegen gebied was in J925 nog voornamelijk bouwland - de Hank - maar er stond aan de rand
uitkijkend op de Beukenlaan en het beekdal - een opvallende huizenrij die in de volksmond de 'Mussenkeet' genoemd werd. Deze huizenrij is op de kaart ingetekend.

Maar waren dat nou dezelfde woningen die plaats moesten maken voor de flats op de Bergerhof? Of moeten we denken aan een eerder plaatsgevonden vervanging van het gebouw met tien woningen dat Marten Pannekoek reeds voor 1875 in zijn bezit had?

Maar deze woningen stonden er niet alleen, er was meer bebouwing. Het was daarboven aan de Hucht van de Waterweg, op de uiterste noordgrens van de Hank (de Hank behoorde volgens onze kaart tot de Bergerhof) dat in 1860 Jan van Heukelom zijn boerderij met
schaapskooi bouwde. Deze boerderij was zeer gunstig gelegen aan de schaapsdrift, die zich in het verleden tot aan het dorp uitstrekte. En langs deze schaapsdrift dreef van Heukelom zijn schaapjes dagelijks naar de heide.
Van Heukelom was eerder pachter van de boerderij op de 'Keyenberg' geweest, dus zijn dagelijkse tocht met de schapen werd wel wat langer. De door hem gebouwde boerderij heeft gestaan op de plaats waar nu de Europalaan overgaat in de Schaapsdrift, en de voorgevel was parallel gelegen langs de Waterweg. Langs de Waterweg was als afscheiding
een doornenheg, met daarachter en moestuin. De boerderij was gebouwd in de z.g. Gelderse Stijl, d.w.z. met een dakbedekking van deels riet, en deels pannen. Achter het woongedeelte was de deel gelegen met de stallen. Rechts van de boerderij lag een brede oprit, waaraan ook de schaapskooi was gelegen.
Na de dood van Van Heukelom werd Cornelis van den Born bezitter van de boerderij, en zijn broer Gerrit is nog vele jaren als herder met de schapen naar de heide getrokken. In 1921 verhuisde het gezin Van den Born naar de Keyenbergseweg, waar zij een nieuwe woning betrokken. En op deze boerderij kwamen als nieuwe bewoners de familie Hooyer. Hierna heeft de boerderij nog enige tijd leeg gestaan, tot de Gemeente eigenaar werd en er besloten werd tot slopen om plaats te maken voor de huidige bebouwing op deze plaats. Dat ondanks pogingen van het toenmalige raadslid, de heer Hulsteyn, om deze boerderij te behouden
als een herinnering aan het verleden.
Van Heukelom was gehuwd met Johanna Reinders. Behalve boer en schapenhouder was hij ook vrachtrijder voor de papierfabriek Sanders op 'Harte'. Op de leeftijd van 24 jaar vervulde hij reeds het ambt van diaken bij de hervormde gemeente, en gedurende de ambtsperiode van ds. Gewin (1879-1884) was hij ouderling.
Een van zijn kleinkinderen heeft een levensbeschrijving van hem geschreven, en uit deze beschrijving geef ik u één gebeurtenis. Een verhaal dat zich afspeelde in de donkere dagen voor kerst, in het jaar 1864.
Grootvader Van Heukelom trouwde in 1863 met Johanna Reinders. Ze woonden op de Mussenberg in Renkum, vlakbij de Keyenberg. In 1864 hadden de jonggehuwden zich al ter ruste begeven, toen er op de deur werd geklopt. 'Wie zou dat zijn, daar zo midden in de nacht, en dat met die koude?' Grootvader zij: 'Ik ga kijken'. Grootmoeder maakte bezwaren, maar toen er weer werd geklopt gingen ze samen naar de deur, en daar hoorden ze een klagende vrouwenstem roepen. 'Ik ben verdwaald, ik moet naar Ede en ik weet me geen raad meer. Hebt u misschien vannacht ook een plaatsje voor mij in de schuur?'
Met z'n drieën staken ze in de kou de binnenplaats over, langs de grote zwengelpomp, naar de schuur, waar de vrouw een warm plekje kreeg in het hooi met een paardendeken. Maar weer terug in bed maakte grootmoeder zich toch wel ongerust. 'Is die vrouw wel te vertrouwen, zou ze geen boze plannen hebben?' Dan maar weer het bed uit, en samen slopen ze onhoorbaar weer naar de schuur. En ja, daar hoorden ze iemand praten. Zie je wel, ze praat met iemand, er moet nog iemand in de schuur zijn! Nog even heel goed luisteren en daar hoorden zij de vrouw God danken voor haar plekje in de schuur, en de ondervonden liefde.
Beschaamd en diep ontroerd, namen grootmoeder en grootvader even later de arme vrouw mee naar huis. Daar mocht ze in een heerlijk bed de verdere nacht slapen en rusten.






[1] Deze kaart is ook opgenomen in de publicatie over Harten van Jan Neefjes: Harten een 'verdwenen' Buurschap op de Veluwe bij Renkum. Renkum juni 1992. Een verslag over onderzoek naar de oudste geschiedenis van Harten.

woensdag 15 januari 2014

QUADENOORD WANDELING (HOOG EN LAAG 1995)

WOENSDAG 26 JULI 1995
Tekst en foto’s
GERRIT DE GRAAFF

Natuurwandeling voor thuisblijvers en vakantiegangers Tijdens de vakantie worden thuisblijvers uitgenodigd voor een natuurwandeling in de veelzijdige natuurgebieden aan de westkant van de Veluwe. Wie weet zijn er gasten op bezoek. Zo’n wandeling is misschien een aardige gelegenheid om hen eens kennis te laten maken met de natuur van Midden-Nederland. Het is de bedoeling dat u de route op bijgaand kaartje zelf gaat lopen op een tijd dat u het beste schikt. Onderweg wordt u attent gemaakt op allerlei interessante dingen die op het kaartje met een cijfer zijn aangegeven. Als er kinderen meegaan, laat die dan de route op het kaartje uitpuzzelen en de korte verhaaltjes oplezen. Ze zijn er dan meer bij betrokken. De hond mag mee, maar moet aan de lijn. Neem als het kan een verrekijker mee. We brengen een bezoek aan het fraaie landgoed Quadenoord, gelegen tussen Bennekom en Renkum. Bij het voorbereiden van de tocht kwam ik bij zulke gave plekjes dat ik dacht: hoe moet je zoiets nu beschrijven.


De bekende natuurvorser Jac. Gazenbeek beschreef Quadenoord, ongeveer 25 jaar geleden als volgt: „Het is een romantisch dal, een groene Vallei, die gerust als een der fijnste recreatieoorden van de zuidwest Veluwe mag worden betiteld. Kristalheldere beekjes zoeken er, tussen grillige vliegdennen door kronkelend hun weg, vormen geheimzinnige eilandjes, trekken een zilveren lint langs heuvelland en heidezoom, glippen hier weg in een ruisend berkenbos om even verder weer glinsterend en glanzend voor de dag te komen, er zo voor zorgend dat een landschap ontstond van heuvelruggen en dalen, geurend groen en koel water, alles bij elkaar wel zó bijzonder, dat het wel tot iedereen moet spreken, die enig gevoel voor de natuur heeft."

Lommerrijke wandeling op Quadenoord
Wie van Bennekom naar Renkum gaat komt door een laagte heen. Dat is het dal van de Molenbeek. Links van de weg ligt het eeuwenoude landgoed Quadenoord. In 1703 komt de naam al voor in leenregisters. De naam Quadenoord is waarschijnlijk afkomstig uit de tijd van de Romeinen. De Quaden behoorden tot een Germaanse volksstam, die gelijk met de Romeinen in onze streken woonden. Kennelijk vonden ze het gebied, waar Quadenoord nu ligt, een fijne plek om te wonen. Dat is trouwens te zien aan de vele grafheuvels die er te vinden zijn. Het vreemde is echter dat de Romeinen sporen hebben achtergelaten en de Quaden niet. De Quaden waren vijanden van de Romeinen. Waarschijnlijk hebben de Quaden hier een tijdje gewoond, vandaar de naam Quadenoord. Sinds 1875 is dit gebied in handen van de familie Koker, die het nog steeds beheert.
De route gaat ook langs het Natuurvriendenhuis 'De Boshoek', waarin al sinds 1973 het museum 'Tute Natura' is gevestigd. Op 't ogenblik is hier een interessante expositie te zien over de vroege ijzerwinning op de Veluwe. Normaal is het museum alleen op zondagmiddag geopend van 11.00 tot 15.00 uur. Speciaal voor de wandelaars van deze krant is het museum extra geopend op woensdag 26 juli van 11.00 tot 13.00 uur en op zaterdag 29 juli van 11.00 tot 15.00 uur.
De route is ongeveer vijf kilometer lang. Neem iets te drinken mee, want er is geen restaurant of iets dergelijks. Wij hebben de route voorgewandeld bij een temperatuur van 30 C. Heerlijk. Vandaar: lommerrijke wandeling. Veel plezier.

l. Beginpunt wandeling 
De wandeling begint op een parkeerplaatsje vlak bij de Molenbeek. Komende uit Bennekom, richting Renkum, in de laagte rechtsaf de Nieuwe Keijenbergweg inrijden en meteen weer rechts: een beschaduwde plek om de auto neer te zetten. Een beekje met helder water. Waar vind je dat nog in ons land? Iets terug ligt de monumentale boerderij 'Everwijnsgoed' met de blauwe deuren. Volgens de gevelsteen is de boerderij gebouwd in 1858, maar uit oude stukken blijkt dat er in 1791 ook al een boerderij was. Bekijk de route op het kaartje. Steek de drukke Bennekomseweg over en volg de Molenbeek tot punt 3. Rechts van het pad is een hoge stuwwal. Als er struikjes zijn met rode bessen eraan dan is dat de bergvlier. Het eerste stukje van de route is eigendom van staatsbosbeheer: Boswachterij Oostereng.

2. Bruggetje
Mooi uitzicht over de weide. De paarden zullen er wel weer lopen. Over dit bruggetje komen we straks terug. Voel even aan het water: mooi schoon en koel. Soms spelen hier kinderen. Vroeger werden hier schapen gewassen op de route van de schaapskooi naar de Renkumse heide. U verlaat hier de Boswachterij Oostereng. Door het hek komt u op het landgoed Quadenoord. Wat een verschil: rechts een droog dennenbos en links de groene weiden en het heldere beekje.

3. Quadenoord
Stop even bij het verharde fietspad. Links ligt het huis Quadenoord. Je kunt er niet heen want het is privébezit. Aan het huis is trouwens niet veel schoons te zien. Ga verder langs de schuur aan de overkant van de weg. De route gaat langs de kerstboomkwekerij van Quadenoord. Verderop is de locatie van de landgoed- en kasteelcamping. Al vele jaren kamperen hier natuurliefhebbers en rustzoekers. Later volgt nog zo'n plek.

4. Paaltje
Op een kleine open plek in het bos, links van het pad, staat een plat paaltje met daarop de letters BK. Hier gaat de route via een smal paadje terug naar het beekdal. De takken van de braamstruiken moet u maar voor lief nemen. Kijk even rond als u bij de weide aankomt. Hier gaan twee beekjes over elkaar heen. Het water van rechts stroomt onder de droge beekbedding door: een soort aquaduct dus. Verderop is dit droge beekje uitgegraven en staat er water in. Ook hier een natuurcamping van Quadenoord.

5. Twee bruggetjes
Hier komt de Molenbeek weer in zicht. Je zou het water wel willen drinken, maar dat is niet goed, al hebben proeven uitgewezen dat het van zeer goede kwaliteit is. Ga de beide bruggetjes over en vervolg de route door hoge braamstruiken. Rechts is een schitterend boerderijtje. Ga door het hek meteen links af. Niet het erf op. Dat vindt de familie Akkerman niet leuk. Achter de schuur ziet u het Natuurvriendenhuis 'De Bosbeek' en het museum.

6. Museum Tute Natura
In de kelder van het natuurvriendenhuis is het museum. Als u rekening hebt gehouden met de openingstijden, vermeld in de inleiding, kunt u er terecht. De heer Andries Ott zal u ongetwijfeld het één en ander vertellen van het museum. Het is zo langzamerhand een levenswerk van hem geworden. De huidige expositie ”Vroegere ijzerwinning op de Veluwe" geeft een duidelijk beeld van het leven en werken in de ijzertijd. De toegang is gratis, maar hij hoopt wel op een bijdrage in de rode bus.

7.De Bosbeek
Ga bij het bord ,,Panoramahoeve" linksaf een bospad op. Na ongeveer 50 meter ziet u links de bron van de Bosbeek. Mooi helder water stroomt verderop door mosveldjes. Heel fraai. De Bosbeek is een spreng die eeuwen geleden gegraven is om meer water in de Molenbeek te krijgen voor de watermolens bij Renkum. Later komt de Bosbeek in de Molenbeek. Volg het pad langs de beek. Bij een volgende zijtak van de Molenbeek ziet u een paar mooie sprengkoppen.

8. Grafheuvel
Ga even, heen en weer, naar een grote grafheuvel. Op Quadenoord liggen veel grafheuvels. Ongeveer 4000 jaar geleden hebben de bewoners van de streek hier hun doden begraven. De heuvel is van boven wat afgeplat doordat hij in 1954 door archeologen is opengelegd. Twee fraai versierde klokbekers zijn toen gevonden. Aan de grondlagen was te zien dat hier in drie periodes mensen zijn begraven.
Nu weer terug en over een smal pad de tocht vervolgen.

9. De Beukenlaan
De route gaat verder door een laan met oude beuken. Rechts een akker met phacelia. Deze blauwbloeiende planten leveren veel nectar voor bijen. Je kunt ook goed zien dat deze planten in de schaduw nauwelijks groeien en bloeien. Iets verder linksaf. Op de hoek aan de overkant groeit dalkruid en adelaarsvaren.

10. Boomstam
Links ligt al vele jaren een boomstam. Het is een eik die nog lang niet verrot is. Rechts een mooie akker met rogge. Dat zie je niet veel meer. Bij de gelige vlierstruik ziet u links het huis Quadenoord met het beekdal. Vroeger was bij Quadenoord ook een watermolen. Als ik daar woonde ging ik hem weer in ere herstellen. Ga een eind verderop, ongeveer 50 meter voor de volgende roggeakker, linksaf.

11. Beekdal
U kunt hier het hele beekdal van de Molenbeek mooi overzien. Stop eens bij de Amerikaanse eik. Er heeft hier ergens een kapel gestaan. Misschien wel op de verhoging links van het pad. Ook de oude lindebomen iets verder wijzen daar op. Je plant niet zomaar lindebomen in een weide. Een beetje naar rechts op de achtergrond ligt nog een grafheuvel. Hij staat ook op het kaartje aangegeven.
Kijk nog even rond bij de bruggetjes. De tocht is ten einde.
Ongetwijfeld zult u Quadenoord nooit meer vergeten. Een plek om nog eens op terug te komen. Een bijzonder woord van dank aan Andries Ott die de hele route met mij heeft voorgelopen. Tot volgende week in Appel.






donderdag 9 januari 2014

HISTORISCHE WANDELING HEELSUM (IVN 1983)


KORTE ROUTEBESCHRIJVING (zie ook het kaartje op de omslag!)
-      Start op Kastanjelaan. Richting Utrechtseweg.
-      Links af richting Renkum.
-      Na "Hoog Doorwerth" linksaf. Eerste pad links. Doorlopen tot Kerkweg. Kerkweg rechts volgen tot kruising met Kastanjelaan.
-      Kruispunt oversteken, grindpad volgen. Tussen huisnummers 42 en 44 omhoog naar Utrechtseweg.
Utrechtseweg oversteken en een honderdtal meters maar links lopen. Dan rechts­af Ottoweg volgen. Einde Ottoweg rechtsaf. Bennekomseweg volgen. Oversteken en linksaf Narcislaan.
Bij Hotel "Klein Zwitserland" rechtsaf. Crocuslaan volgen tot Klein Zwitserlandlaan. Bij kruising met Ginkelseweg oversteken en pad na "trim-parcours" in­slaan. Het Wilhelminapark dwars oversteken en rechtsaf het aangegeven voetpad volgen. Aan het einde van het voetpad linksaf, richting Utrechtseweg. Deze weg oversteken en linksaf volgen tot het viadukt. Hier rechtsaf slaan richting Ko­ninginnelaan. Voorbij huisnummer 14 linksaf pad volgen tot achter de kerk. Pad vervolgen langs het kerkhof richting Koninginnelaan. Bij asfaltweg rechtsaf. Koninginnelaan volgen tot voorbij gebouw "Rehoboth". Hier linksaf richting dorp. Bij kruising rechtsaf naar Kastanjelaan.
- Eindpunt.


EEN WANDELING  DOOR  HEELSUM
inleiding

Wandelen is een begrip waaraan meerdere betekenissen worden gegeven. Voor de één betekent het een beenspieroefening, voor een ander een ontdekkingsreis.
Deze beknopte routebeschrijving is bedoeld om de wandelaar wat achtergrondinfor­matie te geven over de historie van ons dorp en over wat u allemaal in ons dorp kunt ontdekken.
Dit gebied heeft een bewogen geschiedenis. De bodem bestaat uit lagen zand, grind, klei en leem, aangevoerd door de Rijn en de Maas. In de voorlaatste ijstijd, ca. 200.000 tot 100.000 jaar geleden, werd de Veluwe "gemodelleerd". Door glet­schers uit noordelijke streken werden diepe dalen gevormd en heuvelruggen opge­stuwd. Heelsum ligt op een vlakte, omringd door vier stuwwallen: de Wageningse berg, de stuwwal van Oud Reemst, het Veluwe-massief en de Noordberg. Dit gebied was niet bedekt met landijs.
In de daarna volgende periode en vooral gedurende de laatste ijstijd (ca. 10.000 jaar geleden) werd de vlakte door klimatologische invloeden opgevuld met materi­aal van de stuwwallen. Zichtbare invloeden zijn de stijle noordhellingen en de veel vlakkere zuidhellingen, b.v. in het dal van de Heelsumse beek.
Dit gebied kent al heel oude bewoning. In de omgeving zijn nu nog grafheuvels zichtbaar, die zo'n 3000 jaar oud zijn.       
Heelsum was oorspron­kelijk een buurtschap in de Heerlijkheid Doorwerth. Al in de 11e eeuw was "Heles­sem" bekend. Heelsum lag tot het eind van de vorige eeuw gro­tendeels aan de zuid­zijde van de Heelsumse Beek. Pas na 1900 ontstond er villabouw aan de noordzijde van de beek. Tot die tijd was dat een uitge­strekt heidegebied.

de wandeling

Op de omslag is een kaartje van Heelsum afgedrukt. Op dit kaartje is de route met een dikke zwarte lijn aangegeven. Langs de route zijn cijfers aangegeven. Deze cijfers verwijzen naar de hierna volgende teksten.

1.    Aan de overzijde van de weg, voor de Versmarkt Wijnveen, staat een mooie boom. Deze boom is pas na de oorlog geplant en is ongeveer 40 jaar oud. Het is een acacia. De acacia is afkomstig uit Noord Amerika en is omstreeks 1600 naar Europa overgebracht. De boom is geliefd bij imkers (honingleverancier). De boom groeit warrig en is te herkennen aan zijn diep gegroefde schors. Langs de route zijn overal acacia's te zien. De boom voelt zich prima thuis inHeelsum.
2.    De Pr.Bernhardlaan heette vroeger Zwarte Weg. In 1936 werd de weg omgedoopt tot Pr. Bernhardlaan. In de oorlog mocht deze naam niet worden gebruikt.     Toen heette de weg Willem de Zwijgerlaan. Dat mocht wel, want die was allang dood.
3.    Tegenover "Hoog Doorwerth" staat een mooie haag van naaldbomen. Dit zijn taxus­sen. De taxus is een oorspronkelijke Europese boom, die heel oud kan worden. in Schotland staat er één die 1500 jaar oud is. De taxus is een trage groeier en is daarom weinig aangeplant in onze bossen. Taxushout heeft een mooie kleur en tekening. De naalden zijn zeer giftig, evenals de prachtige rode bessen.
4.     “Hoog Doorwerth” is ge­bouwd op de plaats waar tot na de oorlog de papierfabriek van Pannekoek heeft gestaan. De papierfabrikage in Heelsum is onafscheidelijk verbonden met deze familie gedurende meer dan twee eeuwen. Al in 1700 waren er in Heelsum 5 papiermolens (4 water- en 1 windmolen). In 1736 waren dat er al acht.
In de 18e eeuw beleefden de papiermakers een gouden tijd. Op het hoogtepunt waren er elf molens in het dorp. De papierindustrie was lang de belangrijkste bron van inkomsten. Thans is nog alleen de papierfabriek Schut overgebleven. Om een indruk te krijgen van de werkomstandigheden en de wijze waarop papier ge­maakt werd, is een bezoek aan het Openluchtmuseum aan te bevelen.
5.    Het wandelpaadje rechts van de weg leidt naar een klein terrasje onder oude leilinden. Vanaf dit punt kan men het benedendal van de beek overzien tot aan de rondweg, die dit prachtige dal in tweeën splitst. Vroeger stonden hier zes huisjes van papiermakers. De tuinen grensden aan de beek, die in die tijd hier onderlangs de helling stroomde. In 1930 is het dal opnieuw ingericht en kreeg de beek zijn huidige bedding. Hier zijn o.a. de vol­gende planten te zien aardaker, zevenblad en kleefkruid. Ook staan hier oude flieren.
6.    Links aan de Kerkweg staat een oude eik. Langs zijn stam kronkelt een klimop omhoog tot hoog in de kruin van de boom. De klimop is een van de laatst bloeiende planten in het jaar (oktober) en draagt in het vroegste voorjaar vruchten. De klimop bloeit alleen aan die takken die voldoende licht krijgen.
7.    Langs de Kerkweg staan hier aan beide zijden van de weg lijsterbesbomen. De lijs­terbes komt overal op het noordelijk halfrond voor in sterk uiteenlopende varië­teiten, in de herfst kleurt de boom prachtig geel. Ter hoogte van de Kastanjelaan stonden vroeger twee papiermolens.
8.    Aan de zuidzijde van het waterpomp­station staan nog steeds skeletten van zeer oude lin­den. Deze bomen zouden meer dan 300 jaar oud zijn. Intussen zijn er door de gemeente jonge linden bijge­plant.
9.    In de tuin links van het huis “Zon­newende” stond tot voor 25 jaar een kinderkoloniehuis. Dit huis was omgeven door een park, waarin allerlei bijzondere bomen waren aan­geplant. Bij de bouw van "de Koningshof" is dit park grotendeels verdwenen.
10. Voor de idyllisch geplaatste bank stroomt een beekje. Dit beekje is de noorde­lijke arm van de Wolfhezer beek. Op ongeveer 50 meter zuidelijk stroomt dit beek­je in de Heelsumse beek. Voor de bank staat gras met lange sierlijke aren, ijle dravik.
Het pad wordt vervolgd tussen de volkstuintjes op de glooiende helling van het beekdal, tot aan de Utrechtseweg. Deze weg werd in 1820 bestraat. Links afslaan en oversteken, waar onze wandeling wordt vervolgd in de Ottoweg. Ter plaatste staan nog enkele villa's uit het begin van deze eeuw.
11. In de tuin van het huis op de hoek van de Ottoweg staat een prachtige iep. Boom en huis vormen een harmonieus geheel. In 1906 werd de Ottoweg, toen nog Grind­weg geheten, verhard.
12. Aan de linkerzijde van de weg, in de tuin van huisnummer 6, staan twee prachtige larixbomen. De lariks neemt onder de naaldbomen een bijzondere plaats in. Hij verliest in de herfst alle naalden, die de paden met een zacht verend tapijt bedekken. De naalden van de lariks staan in kwastjes rondom de loten van het vorige jaar. Al vroeg in het voorjaar krijgt de lariks een nieuw fris groen naaldenpak. De boom bloeit ook in dezelfde periode. De mannelijke kegeltjes zijn geelgroen, de vrouwelijke purperachtig. Ze groeien in hetzelfde jaar uit tot rijpe kegeltjes.
13. Aan het einde van de Ottoweg rechtsaf, waarna de Bennekomseweg wordt gevolgd. Langs deze weg staan de voor dit gebied kenmerkende bomen als beuken, eiken, berken en grove dennen. De kruising wordt verfraaid door oude coniferen. Na ca. 100 m. wordt links van de Bennekomseweg de Narcislaan gevolgd. Op de hoek staat een douglas. Deze boom is ook in Europa ingevoerd vanuit Amerika. De douglas is geen spar en ook geen den, maar een op zichzelf staande soort. De kegels van de boom zijn kenmerkend; eivormig, hangend met donkerbruine zaadschubben, waar telkens drie wat blekere puntjes uitsteken. De naalden verspreiden een geur als van sinaasappels.
De Narcislaan en het omliggende gebied behoorden tot het Wilhelminapark. Dit gebied werd omstreeks 1905 verdeeld in bouwpercelen ten behoeve van villabouw. In de tuin van Narcislaan 6 zijn een groot aantal inheemse planten te ontdekken.
14. Over Hotel "Klein Zwit­serland" staat in de Gids voor Renkum, Heelsum en Doorwerth uit 1913: "Familie-Hotel-Pension "Klein Zwitser­land” hetwelk naar alle eischen des tijds is in­gericht. Garage, stal­len, keurig schilders­atelier, donkere kamer, badkamers, enz., enz. Als bijzonderheid wordt genoemd een aan het ho­tel behoorend prachtig wandelpark, groot 22 HA. boschgrond. Hoogst aan­genaam en gezond zomer­verblijf. Pensionprijs vanaf f 3,- per dag. Aanbevelend, B.H.Hupkes
Deze advertentie illustreert hoeveel er is veranderd in 70 jaar.
15. Het Wilhelminapark geeft een indruk hoe het hier vroeger moet zijn geweest. Het hele z.g. Renkumse deel van Heelsum (dat is het deel ten noorden van de Heel­sumse beek) bestond tot aan het eind van de vorige eeuw grotendeels uit heide­velden met hier en daar boomgroepen. In 1710 werden aan de noordzijde van de beek twee papiermolens gebouwd. Omstreeks 1800 woonden hier nog maar 59 mensen. In 1840 had Heelsum 120 inwoners. In 1870 waren het er 155 geworden, wat is uitgegroeid tot de ca. 1700 nu.
Hieruit blijkt dat de groei van het dorp inzette met de verandering van industriedorp naar villadorp in het begin van deze eeuw.
In de berm van het voetpad groeien de gele dovenetel, vingerhoedskruid en het speenkruid.
16. Vanaf het Wilhemminapark wordt de route in zuidelijke richting gevolgd tot het viadukt over de Utrechtseweg. Aan de andere zijde van het viadukt ligt de pa­pierfabriek Schut. Deze fabriek is alles wat is overgebleven van twee eeuwen bloeiende industrie in dit dorp. Langs het viadukt loopt de route naar de Koninginnelaan. Dit is het deel van Heelsum dat eeuwenlang tot de Heerlijkheid Doorwerth behoorde.
17. Het witte boerderijtje aan de rechterzijde van de weg is oorspronkelijk in gebruik geweest als droogschuur voor tabak. De teelt van tabak is ter plaatse bedreven tijdens en na de teruggang van de papierindustrie. Na 1879, het jaar van de boe­delscheiding van de familie van Brakel, eigenaren van de Heerlijkheid, verdween de door hen gesanctioneerde tabaksteelt.
Vanaf de Koninginnelaan biedt zich een fraai uitzicht over het beekdal. De Heelsumse beek is thans nog ongeveer 6 km. lang. Oorspronkelijk ontsprong de boek in de omgeving van Terlet, ten noorden van Arnhem. De beek wordt gevoed met kwelwater uit de bodem. Dit water heeft een temperatuur dat varieert tussen 8 en 10 graden Celcius. Deze constante watertemperatuur is weer van invloed op de plantengroei in en langs de beek.
Een wandeling langs de beek naar de Kabeljauw is zeker aan te beve­len.
Aan de beek waren vroe­ger waterrechten ver­bonden. De heer van Doorwerth verpachtte deze rechten aan de pa­piermakers, die hun be­drijf langs de beek uit­oefenden. Tot de voor­waarden behoorde het schoonhouden van de bovenloop van de beek. Deze rechten waren tot 1878 onvervreemdbaar bezit van de heren van Doorwerth.

18. De route volgt een pad omhoog. De hier staande bank biedt een uitzicht over de "Libanon". Op deze "Libanon" groeien geen ceders, maar prachtige oude grove dennen". In de kruidlaag zijn allerlei interessante plantjes te vinden, zoals het bosviooltje, duizendblad, bijvoet en akkerhoornbloem.             
19. Het ruige terrein tussen de pastorie en de kerk heet "De groene bedstee". Hier stond vroeger de dorpsschool en het was een geliefde speelplaats voor de jeugd. Aan de oostzijde van het terrein achter de kerk en rondom de kerk staan zeer oude lindebomen. De eerstgenoemden zijn leilinden, die vroeger zijn geknot maar later weer zijn doorgegroeid. De linde is de grootste inheemse loofboom. Hij kan een hoogte van 45 meter bereiken. Een kenmerk van onze lindes zijn de snel groeiende z.g. waterloten aan z'n voet. Leilinden bij kerken en kerkhoven vormden vroeger vaak een rondlopende laan, waardoor de doden driemaal rondgedragen werden om de boze geesten op een dwaalspoor te brengen. Of de linden hier ook voor dit doel zijn aangeplant is niet bekend.
20. Het "kerkje op de heuvel" heeft een lange veelbewogen geschiedenis achter de rug. Het bijzondere van deze kerk is, dat zijn geschiedenis geheel bekend is. In de 14e eeuw werd de Heerlijkheid Doorwerth een parochie, wat in 1517 leidde tot de eerste steenlegging voor de kerk door Joncker Frederik van Voorst. De kerk is in gothische stijl gebouwd met z.g. kloostermoppen. In 1519 was de kerk ge­reed. Tijdens de reformatie is de kerk sterk in verval geraakt. In 1680 werd tus­sen de kerk en de pastorie een koster-schoolmeesterhuis gebouwd, hetgeen in 1884 afbrandde. In 1859 werd de zijbeuk aan de kerk aangebouwd. In 1944 werd de kerk zwaar beschadigd. In 1976 is de restauratie voltooid met het aanbrengen van de gebrandschilderde ramen. De geschiedenis van de kerk is in meerdere boeken uit­voerig beschreven.
21. De wegen om de kerk zijn alle delen van de vroegere verbindingswegen tussen Doorwerth en Renkum, die door de aanleg van de grote verkeerswegen in onze tijd aan belang hebben ingeboet.
"Rehoboth", links van de Koninginnelaan, werd in 1883 ge­bouwd als school, hetgeen te zien is op de gevelsteen. Sinds 1926 is het in gebruik als verenigingslokaal van de Ned.Herv.Gemeente.
De route kruist nu de Heelsumse beek. Rechts van de weg aan de oever van de beek staat een mooie zwarte els. Links van de brug breidt zich de Japanse duizendknoop uit.
De beekloop wordt gevolgd door knotwilgen en is zo in het landschap goed te volgen.
De oplettende wandelaar kan aan de gevels van de huizen aan de linkerzijde van de weg zwaluwnesten ontdekken.
De route wordt vervolgd via de Kastanjelaan. Deze weg heette vroeger Wamels enk (1712). Hieruit kan worden geconcludeerd dat hier reeds lang bouwland heeft ge­legen. In 1907 werd de weg verhard in verband met bouwspeculaties.

Hier eindigt deze wandeling.


DEZE KORTE BESCHRIJVING IS OPGESTELD DOOR HET I.V.N. ZUID-WEST VELUWEZOOM.

I.V.N. Zuid-West Veluwezoom
Het Instituut voor Natuurbeshermings-educatie verzorgt  in de lente en de zomer wekelijks wandelingen in  ons gebied  onder leiding van natuurgidsen, waaraan  iedereen gratis kan deelnemen.   
Voor nadere informatie kunt u zich wenden tot de V.V.V. en dhr . C. Burgsteyn, secretarisvan het IVN, Dorpsstraat 102, Renkum


klein-offsetdruk: boekhandel de Jong, Heelsum